loader image

We staan stil bij De week tegen eenzaamheid van 30 september t/m 7 oktober. Het is belangrijk om meer aandacht te besteden aan mensen in je omgeving die zich eenzaam of alleen voelen. Kleine gebaren kunnen echt het verschil maken. Groet elkaar vaker, maak een praatje op straat, ga eens op de koffie bij iemand, of ga samen iets leuks doen. Dat stukje aandacht helpt mensen die zich eenzaam voelen.

In de regio Hardenberg hebben onze medewerkers deze week tijd vrijgemaakt om een praatje te maken met cliënten. Even een kopje koffie met wat lekker erbij. Tijd nemen voor elkaar en echt luisteren.

Eén van onze cliënten wilde vertellen over het thema eenzaamheid en hoe zij dat ervaart.

Interview over eenzaamheid (21 september 2021)
Enschede_client 23Onderweg naar de cliënt in Slagharen denk ik na over het thema eenzaamheid. De cliënt waar ik heen rij is een alleenstaande vrouw van in de tachtig die een paar jaar geleden haar man heeft verloren. Ze heeft weinig sociale contacten, geen broers en zussen meer en haar kinderen wonen niet in de buurt. Vanuit Beter Thuis Wonen ontvangt ze huishoudelijke ondersteuning en sinds een jaar ook begeleiding. Ik ken mevrouw niet, maar mijn collega Anne Marie Berg (Begeleider) gaf aan dat het een hele vriendelijke vrouw is die zich af en toe wat eenzaam voelt, zeker in de afgelopen coronaperiode. Ik vraag mij af hoe erg de coronaperiode van invloed is op dit thema en in hoeverre mevrouw hierover wil vertellen.

Bij binnenkomst tref ik mijn collega en mevrouw aan met een grote glimlach op haar gezicht. Mevrouw komt heel hartelijk en vriendelijk over en nodigt ons uit om aan de keukentafel te zitten, zodat we kunnen praten over hoe zij soms eenzaamheid ervaart.

Mevrouw begint te vertellen over haar leven: “Vier jaar geleden is mijn man overleden. Wij deden altijd alles samen en waren erg ondernemend. We gingen zwemmen, fietsen of ergens een kopje koffie drinken. Toen dat wegviel, kwam ik echt in een leeg gat terecht. Ik heb geen broers en zussen meer. Mijn kinderen komen wel regelmatig langs hoor, maar die wonen ook ver weg. Dan mis je het zo erg om dingen samen te kunnen doen.

Ik keek altijd uit naar de dag dat mijn huishoudelijke hulp kwam. Dat was niet omdat mijn huis dan weer werd schoongemaakt, daar maakte ik mij niet zo druk om, ik vond het fijn, omdat ik dan weer even met iemand kon praten en mijn verhaal kon doen.”

Als ik mevrouw vraag hoe ze het vindt dat Anne Marie nu bij haar langkomt, vertelt ze enthousiast verder: “Ik was erg blij toen Anne Marie bij mij kwam. We hadden gelijk een klik en ik vond het fijn dat ik ook echt weer een keer met iemand kon lachen. We hebben nu ook echt een band opgebouwd. Daarnaast heeft ze mij erg goed meegedacht in hoe ik mijn dag kan vullen en hoe ik weer met mensen in contact kom.

Zo hebben wij afgelopen winterperiode een pamflet bij mij in de flat neergehangen met de vraag of iemand het leuk zou vinden om eens een spelletje met mij te spelen. Uiteindelijk belde een medebewoonster mij op die de pamflet had gezien, dat het haar leuk leek om eens een spelletje Rummikub samen te spelen. Dat was erg gezellig en ik ga nu nog steeds regelmatig bij haar op bezoek en dan praten we, drinken we een kopje koffie (of ’s avonds een advocaatje met slagroom) en spelen we een spelletje.”

Ik vraag aan mevrouw hoe zij de coronaperiode heeft ervaren. “Ik mag niet klagen”, zegt ze. “Ik vond het wel heel lastig, omdat ik mij die periode nog meer alleen voelde. Voorheen werden er nog wel activiteiten georganiseerd door de gemeente of kon ik een kopje koffie drinken in de buurtkamer hier beneden met andere bewoners. Daar werd ook nog wel eens een gezamenlijke lunch gegeten, maar dat is nu niet meer. Tijdens die periode zag ik echt heel weinig mensen.”

Anne Marie beaamt dit: “Ja, u gaf ook aan dat u zich echt verveelde toen, en aangaf dat het niet leuk is om op deze manier oud te worden.”

“Nee, en nog steeds vind ik het wel eens lastig. Ik zou het fijn vinden om een keer samen met iemand te kunnen eten; gezellig samen koken en dan lekker nazitten. Het is niet leuk om elke dag een maaltijd voor je zelf op te warmen. En het lijkt mij ook leuk om een keer naar andere mensen te gaan. Nu komt er dus wel af en toe iemand bij mij langs, maar ik ga zelden op visite bij anderen. Dat mis ik wel hoor.”

Mevrouw vertelt lachend verder: “Er waren dagen dat ik na het eten maar op bed ging, want ik had niks te doen. Daarom ben ik nu ook erg blij dat er weer zicht is op wat versoepelingen. Toen ik weer in de supermarkt kwam was ik ook echt even overprikkeld; dit was ik niet meer gewend!”

Als ik mevrouw vraag naar wat we tegen eenzaamheid kunnen doen denkt ze even na. “Ik denk dat er nog een taboe ligt op het thema. Je geeft ook niet snel toe dat je weleens eenzaam bent. Daarom probeer ik er ook open over te zijn. Soms heb ik het gevoel dat ik de enige ben die dit ervaart.”

“In de gemeente Hardenberg werden altijd veel activiteiten geregeld, ook specifiek voor ouderen. Ik ging daar altijd graag heen, als het lukte met vervoer natuurlijk. Ook is er een tijdje een maatjesproject geweest vanuit een school hier in de buurt. Toen kwam er een elke week een meisje langs om even koffie te drinken. Ik vond dit erg leuk, want ondanks het leeftijdsverschil konden we goed praten en hadden we een klik. Dit zijn wel dingen waarvan ik hoop dat het snel weer wordt opgezet.”

Na het interview zit ik in de auto nog even na te denken. Wat een impact heeft de coronaperiode gehad op veel mensen. Niet alleen qua fysieke gezondheid, maar ook op de mentale gezondheid van mensen. Iets kleins als een kopje koffie kan al helpen bij het wegnemen van eenzaamheid. Toch ben ik blij dat mevrouw het gesprek afsloot met de woorden: “We blijven gewoon lachen!”